Iso waarde

Naast de sluitertijd en het diafragma is er nog een waarde (Samen zijn zij de belichtingsdriehoek) op je digitale camera die de belichting beïnvloedt om uiteindelijk de foto te maken. Dit noemen we de ISO waarde.

ISO is de filmgevoeligheid van een digitale camera en wordt uitgedrukt in een getal. De  ISO (International Organization for Standardization) gaat uit van de hoeveelheid licht die nodig is om de zwakste impressie van licht op de sensor van je camera vast te leggen.

De ISO waarde gaat over het lichter en donkerder maken van je opname. Met het instelwiel van je camera zet je de ISO-knop op een hogere stand en wordt je foto een stuk lichter bij dezelfde lichtomstandigheden. Als je een hogere iso-waarde gebruikt, bijvoorbeeld in donkere ruimtes, zal je gaan opvallen dat er ruis ontstaat in je beeld.

 

Lage ISO, hoge ISO, het maakt dus daadwerkelijk uit!  De laagste ISO-waarde staat garant voor de minste ruis en de mooiere kleuren. Bij een hogere ISO-waarde, zal er meer ruis en andere afwijkingen zichtbaar zijn. Dat komt omdat de sensor zelf niet gevoeliger wordt, maar omdat het signaal versterkt wordt. Tot welke waarde je kunt gaan, is in sterke mate afhankelijk van de camera. Tegenwoordig zijn er camera's die moeiteloos zonder ruis kunnen fotograferen tot zo'n 6400 ISO.

 

Wil je in donkere omstandigheden toch weinig ruis op je foto, dan heb je een aantal mogelijkheden. Er zijn onder andere objectieven die men lichtsterk noemt. Deze zijn zo ontworpen zodat je onder moeilijke lichtomstandigheden toch weinig ruis zult zien op je foto.

Een andere oplossing is je sluitertijd aanpassen. Langer licht laten vallen op je sensor geeft ook minder ruis. In moeilijke omstandigheden gebruik je dan een statief, anders krijg je met een lange sluitertijd naast ruis ook bewegingsonscherpte.

Met het statief voorkom je dan de bewegingsonscherpte. Bij avondfotografie gebruik je ook vaak een statief in combinatie met een lage iso en een langere sluitertijd.

Het hangt af van de combinatie camera en objectief hoe je precies je instellingen moet bepalen. Veel oefenen en uitproberen en uiteindelijk ken je de beste instellingen van je eigen uitrusting.

Afb. 1

Elke zijde van de driehoek is van invloed op het uiteindelijke resultaat van je foto. Of deze goed belicht en scherp zal zijn. Elk van de waardes kan je apart instellen op je camera in de M-stand. Jij hebt zo de regie over het eindresultaat.

Wil je in donkere omstandigheden toch weinig ruis op je foto, dan heb je een aantal mogelijkheden. Er zijn onder andere objectieven die men lichtsterk noemt. Deze zijn zo ontworpen zodat je onder moeilijke lichtomstandigheden toch weinig ruis zult zien op je foto.

Een andere oplossing is je sluitertijd aanpassen. Langer licht laten vallen op je sensor geeft ook minder ruis. In moeilijke omstandigheden gebruik je dan een statief, anders krijg je met een lange sluitertijd naast ruis ook bewegingsonscherpte.

Met het statief voorkom je dan de bewegingsonscherpte. Bij avondfotografie gebruik je ook vaak een statief in combinatie met een lage iso en een langere sluitertijd.

Het hangt af van de combinatie camera en objectief hoe je precies je instellingen moet bepalen. Veel oefenen en uitproberen en uiteindelijk ken je de beste instellingen van je eigen uitrusting.

Ruis is goed zichtbaar

Er is nog ruis, maar al veel minder

Door nabewerking geen ruis meer

Twee handige feitjes om te onthouden:

  • Bij beweging: als het onderwerp stil moet staan of juist beweging moet weergeven. Pas dan eerst de sluitertijd aan!
  • In geval van scherpte:  als je veel scherptediepte  of  juist weinig scherptediepte wil hebben: denk eerst aan het diafragma!